Oud-shorttracker Snellink gebruikt eerste schaatsjaar om te leren

Adwin Snellink gebruikt het eerste jaar na zijn overstap van het shorttrack naar het langebaanschaatsen vooral om te leren. Dat zegt de 26-jarige Monsternaar in gesprek met WOS Sport. "Ik merkte al bij de eerste trainingswedstrijd dat het een andere manier van aanpakken is."

Snellink deed na een mislukte winter in 2017/18 - hij werd vierde op het WK, maar miste de Olympische Spelen - een stap terug. Hij vertrok bij de nationale selectie en sloot zich aan bij een RTC (regionale trainingsselectie). Schaatsbond KNSB was hier echter niet blij mee, omdat deze plekken bedoeld zijn voor jonge talenten en dat was Snellink gezien zijn leeftijd niet meer. Daardoor raakte de Westlander tussen wal en schip. Het afgelopen jaar stond Snellink nog maar sporadisch op het ijs, omdat hij nergens meer terecht kon.

Deze zomer besloot hij het over een heel andere boeg te gooien: Snellink gaat zich nu concentreren op het langebaanschaatsen. Maar in het eerste jaar mag er nog niet veel van hem worden verwacht. Snellink moet nog wennen aan het verschil tussen langebaanschaatsen en shorttrack. "Bij het shorttrack deel je je race tactisch in en maakt het niet uit hoe snel, als je maar als eerste over de lijn komt. Bij het schaatsen heb je een startschot en dan moet je zo snel mogelijk bij de finish komen. Dat is meer een mentaal spel met jezelf."

Wat Snellinks specialisme wordt in het schaatsen, is ook nog niet duidelijk. "Ik heb nu een 500 en een 1.500 meter en de massastart gereden, maar ik ben wel van plan om dit seizoen alle afstanden te doen en te kijken wat voor mij het beste is."

De Monsternaar hoopt op de schaats de Olympische Spelen te halen, iets dat hem in het shorttrack niet lukte. De eerste mogelijkheid is in 2022, in de Chinese hoofdstad Peking. "Het ligt eraan hoe de groei gaat. Het kan heel snel gaan, maar ook heel langzaam. Dat wordt afwachten."