Geen camera's nodig na auto-inbraken in Naaldwijk: 'Cijfers niet hoog genoeg'

Burgemeester Bouke Arends ziet geen directe aanleiding voor het structureel inzetten van cameratoezicht na de auto-inbraken vorige maand in Naaldwijk. Dat blijkt uit antwoorden van het college op vragen van de Westlandse VVD over de incidenten in de wijk Hoogeland.

In de nacht van 13 februari werden in de Laterastraat, Strigastraat en Vallumstraat drie auto's opengebroken. De daders gingen zeer gericht te werk: airbags, schermen, middenconsoles en zelfs sturen werden meegenomen. Camerabeelden toonden twee mannen met tassen, vermoedelijk gevuld met de buit. Het gaat volgens de politie mogelijk om getrainde dieven. Buurtbewoners pleitten sindsdien voor betere beveiliging, waaronder de inzet van camera's.

Geen structureel probleem

Volgens het college is cameratoezicht echter alleen toegestaan als er sprake is van een structureel probleem waarvoor geen andere oplossingen effectief zijn gebleken. Omdat er in Westland relatief weinig meldingen van auto-inbraken zijn, voldoet de situatie daar niet aan. "We beschikken over te weinig data om te voorspellen op welke locaties de kans op inbraken groot is. De criminaliteitscijfers in Westland zijn daarvoor (gelukkig) niet hoog genoeg", schrijft burgemeester Arends na vragen van de VVD-fractie.

De gemeente wijst wel op bestaande maatregelen zoals buurtpreventie en het landelijke project Camera in Beeld. Daarbij kunnen bewoners hun eigen camera's aanmelden bij de politie, zodat beelden snel beschikbaar zijn bij incidenten. In de wijk Hoogeland is hier ook gebruik van gemaakt.

Een verzoek van de VVD om te onderzoeken of zogeheten slimme lantaarnpalen - die verdachte geluiden en bewegingen kunnen detecteren - in Westland toepasbaar zijn, wordt vooralsnog niet opgepakt. Het college zegt bekend te zijn met de techniek, maar neemt geen verdere stappen richting invoering.