Aantal laadpalen blijft groeien: regio goed voorbereid op elektrisch rijden

Het aantal publieke laadpunten in Westland, Maassluis en Midden-Delfland is het afgelopen jaar met 27 procent toegenomen. In de drie gemeenten samen staan nu bijna 2.100 laadpunten, blijkt uit gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Daarmee groeit de laadinfrastructuur in de regio sneller dan het landelijk gemiddelde van 22 procent. Vooral in Westland en Midden-Delfland nam het aantal laadpunten fors toe, met 29 procent. Maassluis bleef met 18 procent groei iets achter.

In de eerste jaren van dit decennium groeide het aantal laadpunten nog harder, met stijgingen rond de 50 procent in 2020 en 2022. In 2023 nam het groeitempo iets af, maar afgelopen jaar versnelde de uitbreiding weer licht.

In totaal telden de drie gemeenten in februari 2.097 publieke laadpunten. Ter vergelijking: in heel Zuid-Holland, de provincie met de meeste laadpunten van Nederland, stonden eind 2024 in totaal 33.038 laadpunten.

Hoge laaddichtheid

De dekking van laadpunten - het percentage van de openbare ruimte waar een laadpunt beschikbaar is - blijft in de regio hoog. Midden-Delfland heeft 97 procent dekking, Maassluis 96 procent en Westland 92 procent. Dit betekent dat in vrijwel alle woonwijken en bedrijventerreinen binnen deze gemeenten een publiek laadpunt in de buurt is.

Zuid-Holland is een van de best uitgeruste provincies voor elektrisch rijden. Vooral in steden als Rotterdam, Den Haag en Leiden is de laaddichtheid hoog, omdat veel bewoners geen eigen oprit hebben en afhankelijk zijn van publieke laadpunten. Ook in omliggende gemeenten blijft het netwerk groeien.

Landelijk zijn er grote verschillen in dekking. Gemeenten als Zwijndrecht, Wassenaar en Barendrecht hebben volledige dekking (100 procent), terwijl Westerwolde (26 procent) en Pekela (23 procent) nog achterblijven.