Dilemma bij de provincie rondom toekomstige invulling veerverbinding

Wat is wijsheid voor de provincie Zuid-Holland met betrekking tot de veerverbinding Maassluis-Rozenburg? Moet er hoe dan ook op korte termijn een nieuwe (grote) veerboot worden besteld, of is het beter om te wachten tot de Maasdeltatunnel geopend is?

Dat dilemma hing woensdagavond boven een commissievergadering van de Provinciale Staten. Als alles in de afgelopen jaren 'normaal' zou zijn verlopen, was een nieuwe boot al opgeleverd, maar nu de opening van de Maasdeltatunnel aanstaande is, wordt binnen afzienbare tijd duidelijk welke omvang zo'n boot moet hebben.

Het was gedeputeerde Frederik Zevenbergen, die voorstelde om een half jaar na de opening van de tunnel te inventariseren wat de opening van de tunnel voor effect heeft op het autogebruik van de veerboot. Hij schetste het schrikbeeld dat er straks een grote nieuwe pont is, waarvan heel weinig gebruik gemaakt wordt door het autoverkeer en daarmee de provincie veel geld kost.

Ander schrikbeeld

Maar er hangt ook een andere schrikbeeld boven het Provinciehuis. Volgens plan gaat de opgeknapte veerboot Blankenburg in de loop van maart weer varen, maar hoe lang dit 'oude beestje' het volhoudt, is een vraagteken. Dus hoe groot is de zeperd als het autoveer opnieuw zou uitvallen en er geen alternatief is? Dan zal opnieuw volstaan moeten worden met slechts een fiets/voetveer.

Volgende week woensdag moet de Provinciale Staten beslissen over het voorstel voor extra financiering voor de exploitatie van de veerverbinding in de komende jaren. Met die financiering komt het wel goed, zo bleek woensdagavond. Toch voelen meerdere fracties de drang om een motie in te dienen in verband met de toekomst van de veerverbinding.
In elk geval willen veel Statenleden dat de provincie zich nu al bezighoudt met de voorbereiding van de aanbesteding van een nieuwe veerboot. De gedeputeerde wilde hen geruststellen. "We stoppen nooit met denken", zei Zevenbergen. Hij hoopt medio 2025 een analyse aan de Provinciale Staten te kunnen voorleggen.