Wethouder ziet geen reden om af te zien van uittreding Jeugdhulp Rijnmond

Wethouder Corine Bronsveld van de gemeente Maassluis ziet vooralsnog geen reden om af te zien van de aangekondigde uittreding uit Jeugdhulp Rijnmond.

Dat bleek dinsdagavond tijdens een commissievergadering van de gemeenteraad. Volgens Bronsveld biedt de gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp Rijnmond niet genoeg ruimte aan de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam om met een eigen aanpak te komen. Ze ziet dit ook niet snel veranderen, ook niet na de kritische brief van de voorzitter van Jeugdhulp Rijnmond.

Maassluis, Vlaardingen en Schiedam willen de kwaliteit van de jeugdhulp verbeteren door de jeugdhulp dichter bij het kind en het gezin te organiseren en via directe lijnen met bijvoorbeeld huisartsen, instellingen en scholen. Deze aanpak zou volgens de drie Waterweggemeenten ook moeten zorgen voor beter beheersbare kosten. In de afgelopen jaren is er namelijk flink meer geld in gaan zitten dan was begroot.

Fracties wilden voornamelijk meer weten over de kosten van de uittreding. Bronsveld liet weten dat de raadsleden in vertrouwelijkheid hier meer over te horen krijgen. Ze gaf daarbij ook aan dat deze kosten eenmalig zijn en dat de voorgestelde wijzigingen juist ook een kostenbesparing moeten opleveren. Bovendien wist Bronsveld te melden dat zorgverzekeraars positief zijn over de ontwikkeling.

Eigenlijk alle fracties zien wel voordelen in uittreding van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, zo bleek dinsdagavond. Of zoals Denise Mulder, fractievoorzitter van Maassluis Belang, het samenvatte: "Nu is het momentum of afscheid te nemen van wat niet werkt en om samen met Vlaardingen en Schiedam aan ons eigen model te bouwen."
Later dit jaar moeten de gemeenteraden van de drie Waterweggemeenten hun goedkeuring geven aan de plannen voor een eigen jeugdzorgregio.