Raad Midden-Delfland wil onderzoek naar lokale inkoop jeugdzorg

Het college van B en W moet gaan onderzoeken of de gemeente Midden-Delfland niet zelf de inkoop van jeugdhulp kan gaan regelen, in plaats van gezamenlijk met een aantal andere gemeenten. Dat vinden alle partijen in de gemeenteraad, zo bleek dinsdagavond in een commissievergadering.

Nu nog wordt de inkoop gedaan via het H10-inkoopbureau, een samenwerkingsverband van gemeenten in de regio Haaglanden. CDA-raadslid Desiree Langeveld zette haar vraagtekens bij dat 'dure' bureau. "Zij hebben 250 contracten met zorgaanbieders. Is dat in onze kleine gemeente, waar veel minder zorgvraag is, nodig? Laten we onderzoeken of lokale inkoop goedkoper kan zijn dan regionale inkoop." Ook andere raads- en commissieleden wilden kritisch kijken naar de rol van het inkoopbureau voor Midden-Delfland.

Vonnis rechtbank

Het idee kwam aan de orde naar aanleiding van een brief van het college over het vonnis van de rechtbank van november vorig jaar. De tien betrokken gemeenten willen vanaf 2021 overstappen op een nieuw systeem, waarbij de aanbieders van jeugdzorg worden afgerekend op hun resultaat en niet langer op hun gewerkte uren. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de gemeenten in dat model te lage tarieven hanteren. De gemeenten zijn inmiddels in hoger beroep gegaan. Dat dient op 25 maart, zo meldde wethouder Hans Horlings desgevraagd.

Mede om die reden wilde Horlings zeker niet al voor 2021 overwegen om uit de H10 te treden. "We zitten midden in een proces, het is niet zo handig om daar op dit moment uit te stappen." Wel gaat hij een oriënterend onderzoek doen naar de mogelijkheden van een alternatief inkoopsysteem.