René Barendse krijgt toch zijn rechtszaak

Naaldwijker René Barendse krijgt toch zijn rechtszaak. Het Openbaar Ministerie moet hem van het Gerechtshof in Den Haag strafrechtelijk vervolgen voor het in bezit hebben van vijf wietplanten. Barendse had daar zelf om gevraagd.

De Naaldwijker had de wietplanten in zijn tuin voor eigen medicinaal gebruikt. Hij begon openbare lezingen te geven, nadat hij benaderd was over de werking van de hennepolie en vertelde openlijk over zijn wietplanten. De politie besloot daarom vorig jaar bij hem een inval te doen. En hoewel hij verklaringen van behandelende artsen en van zijn buren kon overleggen, werden de wietplanten toch in beslag genomen en vernietigd.

Vergeefs trok de meerderheid van de Westlandse gemeenteraad daarop aan de bel, eerst bij burgemeester Van der Tak en daarna bij burgemeester Van Ardenne. Een motie om met Justitie te gaan praten om het bezit van vijf wietplantjes ongemoeid te laten, haalde het wel, maar haalde niets uit. Volgens de burgemeester is dat haar taak niet en bovendien is het in strijd met de wet.

Ondertussen wilde Barendse dat hij strafrechtelijk zou worden vervolgd. Hij vindt dat de rechter een uitspraak moet doen. Het Openbaar Ministerie vond de zaak echter te gering. Het Gerechtshof is het daar niet mee eens, zo staat in een maandag gepubliceerd vonnis naar aanleiding van een door Barendse aangespannen artikel 12 procedure.

Barendse is naar het oordeel van het hof voldoende direct belanghebbende, gezien zijn situatie en argumentatie. Het hof weegt hier de discussie in Nederland over het gedoogbeleid rondom softdrugs ook in mee. Het hof neemt geen inhoudelijke beslissing over de zaak, maar gelast wel dat de zaak aan de rechter voorgelegd dient te worden.