'Geen uitzondering voor Bouhuisen-groep'

Dat een woningbouwproject van de Bouhuisengroep in Hoogeland-West in Naaldwijk niet wordt aangesloten op het aardwarmtenet van Vestia en Prominent, kan niet worden bestempeld als een uitzondering. Dat stelt het college van B en W van de gemeente Westland in antwoord op vragen van de raadsfractie van de LPF.

Het warmtenet is een initiatief van Vestia Westland en telersvereniging Prominent, waarbij de gemeente Westland faciliterend optreedt. Het primaire doel is het creëren van een duurzame energievoorziening voor de 700 woningen die Vestia in het oostelijk deel van Hoogeland gaat bouwen.

Mede op verzoek van de gemeente, is bekeken of het mogelijk is om ook de woningen in Hoogeland-West op het systeem aan te sluiten. Dat is technisch haalbaar, maar voor Bouhuisen vormden de meerkosten een obstakel. Deze werken vanzelfsprekend door in de verkoopprijzen van de woningen.

Op de vraag van de LPF of het project na het afhaken van Bouhuisen nog wel voldoende financieel voldoende rendement oplevert, antwoordt het college, dat dit voor rekening en verantwoording van Vestia is. "Uit overleg met Vestia is gebleken, dat de investeringen voor het aansluiten van de woningen van het westelijk deel risicoverhogend zouden werken", aldus B en W.

De LPF wilde ook weten, of het niet meedoen van Bouhuisen consequenties heeft voor de subsidieverlening vanuit de Rijksoverheid en de Europese Unie.

Volgens het college zijn er geen consequenties, omdat de subsidieverlening alleen is verstrekt voor aanleg van een warmtenet binnen Hoogeland-Oost.