Archief

Jopie Steenks, de eerste en enige Druivenkoningin

Mevrouw Vingerling-Steenks vertelt ruim 70 jaar later over haar beleving van de belangrijke taak die ze als jonge vrouw vervulde tijdens het eerste Druivenfeest in september 1952.

De 22-jarige Jopie Steenks kwam in augustus 1952 thuis uit Genève. Daar was ze drie maanden au pair geweest bij een Nederlands gezin met drie kinderen. Zij woonden op een landgoed buiten de stad. Hij werkte voor de Verenigde Natie en was samen met zijn vrouw vaak op reis. Jopie sprak wat Duits en Frans. Dat had ze geleerd op de Mulo in Den Haag. Maar Jopie kon goed leren en ze kwam uit een welgesteld gezin. Haar vader Johan Steenks was druivenkweker én bestuurslid van verschillende organisaties, onder andere van de veiling van Naaldwijk.

Uit het album: Jopie met haar vader Johan Steenks op het veer naar Groede.

Druivenkoningin

Het was haar vader die haar bij thuiskomst meldde dat ze Druivenkoningin zou zijn tijdens een nieuw evenement. Het werd haar niet gevraagd, maar eerder opgedragen. Zo ging dat in die tijd. En zij heeft er ook geen moment aan getwijfeld of ze dat wel kon. Jopie wist van huis uit hoe ze zich moest gedragen in belangrijk gezelschap. Ze kon gemakkelijk met iedereen een praatje maken. Daarbij maakte het voor haar niet uit of ze rijk of arm waren. Zij voelde geen onderscheid.

Tijdens haar afwezigheid was het idee voor een Druivenfeest ontstaan. Niet omdat men in Naaldwijk om een feestje gelegen zat, maar omdat de economie na de oorlog nog niet goed op gang gekomen was. Met name de afzet van de mooie Westlandse druiven was lastig. Het was een luxe product en meer dan de helft van het glas in Westland bestond uit druivenserres. Promotie was van groot belang. Al vijftig jaar stond het Westland bekend als Druivenland. Tot aan de Tweede Wereldoorlog was de druif zelfs het belangrijkste Westlandse tuinbouwproduct. In eigen regio was onze druif wel populair, vooral als geschenk voor een zieke. Maar de rest van Nederland moest ook aan de Westlandse druif om de teelt vol te kunnen houden.

De collectie van mevrouw Vingerling-Steenks is te zien in de tentoonstelling Marcel van der Vlugt senior, Hoffotograaf van het Druivenfeest. Tot 31 oktober in de hal van het gemeentehuis aan de Verdilaan.

Koninginnen

Hoe doe je dat met de beperkte middelen van die tijd? In de Betuwe was een Kersenkoningin. Er was een Kaaskoningin in Bodegraven. En meerdere Bloemenkoninginnen in andere plaatsen, onder andere in Den Haag. Waar een teelt was, was een koningin. In Naaldwijk waren twee dorpsfeesten: het Oranjefeest op 31 augustus en de Winkelweek in het najaar. De eerste werd georganiseerd door het Oranjecomité en de tweede door de Naaldwijkse Middenstand.

Op initiatief van onder andere Johan Steenks, gemeentesecretaris Nannings en journalist Piet Bot zijn deze twee organisaties gaan samenwerken. Jopie was er zelf niet bij, maar voor inspiratie voor het eerste Druivenfeest is door het nieuwe organisatiecomité langs de promotiefeesten door heel Nederland gereisd. De basis bleef het Oranjefeest met de kermis. Deze werd uitgebreid met een druiveneetgelegenheid en een braderie. De intocht en de afsluiting door de Druivenkoningin bakende de feestweek - die van woensdag 3 tot zaterdag 6 september - duurde af. Zo werd het een uniek, nieuw en groots feest.

PR en fanmail

Jopie werd door het comité gezien als de meest geschikte kandidaat. De eerste foto werd begin augustus al gemaakt in de kas van haar vader. Die werd gebruikt voor de eerste PR in de kranten, waaronder de Haagsche Courant. Op 6 september (midden in de feestweek) stond in De Westlander bijna volledige pagina over de eerste dagen van het feest. Er is tijdens het Druivenfeest ook gefilmd, want in het nieuws van de Cineac was Jopie als druivenkoningin te zien. Dat had ze gehoord en is toen ook zelf gaan kijken. Als Druivenkoningin kreeg ze ook fanmail toegestuurd. 'Mej. Jo Steenks, Naaldwijk' stond er op de enveloppen en meer was ook niet nodig, want de postbode wist wel waar ze woonde.

In de frontlijn in Korea werd de Haagse Courant gelezen en ook de Panorama, toen nog een katholiek gezinsblad. In de Panorama van september stond een foto van haar, leest ze in brieven van Nederlandse soldaten. Ze vragen om een foto op te sturen om in hun barak te hangen. Jopie schrijft tot hun verbazing terug en zo ontvangst ze ook kerstkaarten uit Korea.

Jurken en schoentjes

Na de eerste foto begonnen de voorbereidingen. Allereerst moesten er jurken gemaakt worden. Die taak kreeg de vrouw van Piet Bot. Rie Bot-Van der Doel had een modeschool in de Rembrandtstaat in Naaldwijk. De stof weet Jopie nog goed, die had ze samen met mevrouw Bot gekocht. De statiejurk was van glanzende witte stof met kleine ingeweven druiventrossen. De werkjurk bestond uit een tafzijde jurk met twee lagen transparante tule in druivenkleuren. Sieraden werden er bij uitgezocht: een diadeem met nepdiamanten en bijpassende ketting. Het tasje was van dezelfde stof als de jurk. De zilveren tasbeugel was van haar oma geweest. Het is nu te zien in de tentoonstelling in het gemeentehuis. Voor schoenen moest ze zelf zorgen. Ze kocht van haar eigen geld goudkleurige open sandaaltjes met sierlijke bandjes en een hakje. In de statiejurk is ze later getrouwd. Wel met lange mouwen eraan voor in de kerk. Haar nichtje is later in de werkjurk getrouwd. In die tijd deed je niets weg. Alles was nog schaars, dus werd er veel van elkaar geleend.

Er was niemand die Jopie leerde hoe ze zich als koningin moest gedragen. "Ze hadden vertrouwen in mij. Latere druivenprinsessen hadden een coach, maar ik niet." Voor inspiratie ging ze naar Den Haag waar actrice Kitty Knappert Bloemenkoningin was en bloemen in ontvangst nam. Ook keek ze in een winkel op televisie naar Koningin Juliana. Hoe moet je wuiven? Ze bestudeerde dit goed.

En dan was er nog de proclamatie die ze uit moest spreken op het balkon van de burgemeesterswoning. Nachtenlang heeft ze deze hardop in bed geoefend. Ze kan nu nog steeds wat zinnen herinneren. De tekst was geschreven door Piet Bot. Hij had een goed gevoel voor taal, dat kon ze wel merken. Ze had het op een kladje thuis. Tijdens de opening zal ze de tekst vanaf een mooi groot vel perkament voordragen. Jopie is vol lof over het echtpaar Bot. Ze hadden stijl. En oog voor detail. Aan alles was gedacht. Zoals aan een kunstig geschilderd vaantje met druiven voor op de foto en een scepter.

Rijtoer

En toen was het zover. Woensdag 3 september staat ze gekleed en gekapt klaar bij de familie Bodegraven aan de Dijkweg in Honselersdijk (tegenover de veiling) voor haar rijtoer naar het Wilhelminaplein. Het heeft de hele dag geregend, maar om 17.00 uur is het net op tijd droog geworden. De optocht was indrukwekkend. Met muziek van het Haags Politie Muziekcorps, vijf amazones van Delflandruiters op prachtige paarden, heren in zwarte pakken, en druivenmeisjes in Oostenrijkse dirndl-jurkjes. In de open koets - die rijk versierd was met druiventrossen en getrokken werd door vier schimmels - zat ze samen met haar twee hofdames: Riet Kuyvenhoven en Grard Zwinkels. Riet was gereformeerd, Grard katholiek en zijzelf nederlands hervormd. Die verdeling over de gezindten is altijd belangrijk gebleven bij de verkiezing van latere druivenprinsessen en hofdames. 'Van welk houtje is zij?' werd dan gezegd. Later was ook een goede spreiding over de dorpen belangrijk. Maar dat speelde de eerste keer nog niet. De vaders van Jopie en Grard zaten allebei in het veilingbestuur. De vader van Riet zal ook druivenkweker zijn geweest, want dat was een voorwaarde voor de Druivenhofhouding.

Balkonscène

Langs de route stond het vol met mensen. Het was het eerste Druivenfeest en iedereen wilde dat zien. Op het Wilhelminaplein hield de stoet stil voor de ambtswoning van de burgemeester. Daar stapte Jopie met haar hofdames uit om door een erehaag van druivenmeisjes naar binnen te gaan. Ze werd ontvangen door burgemeester Hoogenboom. Vervolgens verscheen ze op het balkon voor het uitspreken van de proclamatie: "Het doet mij bijzonder veel genoegen bij deze gelegenheid mijn volk, de Westlanders, te mogen begroeten".

"Ik was niet echt zenuwachtig. Ik deed dat heel natuurlijk. Ik voel me thuis onder de Westlanders." Toch zou ze liever geen koningin zijn. "Ik ben liever gewoon, maar ik kan mij nu wel beter verplaatsen in de koningin. Je wordt wel geleefd." Op de foto zien we een microfoon staan, maar dat kan ze zich niet herinneren. Wel het zicht op het plein vol met vrolijke mensen. Haar vriend Herman Vingerling stond in de menigte voor Hotel Torenburg. Hij was journalist voor Het Hele Westland, de regionale krant. Ze weet nog dat hij daar was. De mensen riepen: "Leve de Koningin!" Dat versterkte het gevoel om even koningin te zijn.

Taken

Van de feestweek heeft ze verder weinig meegekregen. Ze mocht niet onder het volk komen en is niet op de kermis geweest. Dat was niet gepast. Als koningin zat ze vooral thuis te wachten totdat ze weer een taak had. Ze herinnert zich de ontvangst in de burgemeesterswoning met de Commissaris van de Koningin en journalisten uit de grote steden. Dat was direct na de balkonscène. Daar zat ze op een troon op de begane grond. "Ik mocht nooit echt meedoen. Maar er werd wel goed voor mij gezorgd."

Op donderdag reden ze naar Soestdijk om Koningin Juliana een fruitmand aan te bieden. Ze hadden hun gewone kleding aan tijdens de lange autorit. Er waren hotelkamers geboekt in de buurt van Soestdijk. Daar kon iedereen zich omkleden. Ook werd daar haar kapsel gedaan door mevrouw Peters. Zij had een eigen kapsalon en vijf kinderen en reisde met het gezelschap mee. Het gezelschap is wel in het paleis ontvangen maar de koningin zelf heeft ze niet gezien. Bij de afsluitende optocht op 5 september reed ze weer in de koets met hofdames en nu ook met de burgemeester. Hij had zijn hoge hoed op. In de optocht waren folklore en verenigingen, praalwagens en een draaiorgel.

Uit het album: bezoek aan fruitdorp Groede in Zeeuws-Vlaanderen.

Bezoeken

Een bezoek aan de ouden van dagen zat ook in het programma. Het heilige Geesthofje, Het Sint Martinusgesticht en Huize Bijdorp. Daar ging zij met handen schudden en een praatje maken. De druivenmeisjes hadden mandjes vol druiventrossen om uit te delen.

De week erna werd een bezoek gebracht aan het plaatsje Groede in Zeeuws Vlaanderen. Met een vrachtwagen vol met kisten druiven. De druivenmeisjes gingen niet mee. Hun taak werd overgenomen door de echtgenotes van de meereizende belangrijke mannen. Om in Groede te komen, moesten ze met het veer van Vlissingen naar Breskens. Op een foto in haar album staat mevrouw Bot in een dirndl-jurkje. Daarna zijn er nog meer gelegenheden geweest waarop Jopie weer als Druivenkoningin zou optreden. Zoals bij de AMATO-tentoonstelling in Amsterdam, waar ook de Engels Fruitkoningin aanwezig was en minister Mansholt van landbouw. En bij vele openingen. Nog jaren later werd ze gevraagd om lezingen te geven over dat eerste Druivenfeest. In 1954 ontving ze van Genootschap De Blauwe Druif een onderscheiding voor haar rol als Druivenkoningin. Deze is te zien in de tentoonstelling in de hal van het gemeentehuis.

Bekroning van meisjestijd

Jopie en haar hofdames waren net in de twintig. Maar ze namen hun rol bloedserieus. Geen grapjes en gegiechel. Ze hadden een belangrijke taak: de druiven moesten gegeten worden. Jopie noemt in een interview met de pers haar rol van Druivenkoningin de bekroning van haar meisjestijd. Zo staat het in De Westlander van 5 september 1952.

Dat ze nog in haar meisjestijd zat, komt door de woningnood. Ze had al eerder willen trouwen, maar zonder huis is dat lastig. Thuis was ze het zat, en ze is om die reden als au pair naar het buitenland gegaan. Die ervaring maakte dat ze al behoorlijk wereldwijs was voor een Westlands meisje. In alle drukte van augustus 1952 nam ze samen met haar vriend Herman Vingerling een bestaande boekhandel over. In maart 1953 is ze met hem getrouwd. Ze hebben samen nog jarenlang de bekende boekhandel in de Herenstraat en later in de Rembrandtstraat gerund.

Wat mevrouw Vingerling-Steenks vooral nog wil benadrukken is de verbondenheid die ze tijdens dit eerste Druivenfeest gevoeld heeft: “Het eerste jaar was de sfeer het prettigst, het was nieuw en dat zorgde voor eenheid”. Dat is naar haar idee, daarna nooit meer zo intens geweest.

Auteur: Jolanda Faber, Historische Vereniging Naaldwijk Honselersdijk

Foto-verantwoording:
Zwartwit foto’s van Historisch Archief Westland te downladen via www.erfgoedwestland.nl
Kleurenfoto’s van de collectie van mevrouw Vingerling-Steenks door Jolanda Faber