Archief
HVM

Bijzondere straatnamen in Maassluis

Oude straatnamen kunnen een bron van informatie zijn, maar ook een bron van verwondering.

Omdat het leuk is meer over de geschiedenis van je eigen woonomgeving te weten, volgen hierna enkele straatnamen in Maassluis waarvan de betekenis uit de doeken wordt gedaan.

Hoogstraat

Rond de vlieten, de Markt en de sluizen ligt het oudste gedeelte van Maassluis. Vermoedelijk zijn omstreeks 1330 de eerste huizen gebouwd. De belangrijkste en oudste straat is de Hoogstraat, de dijkverbinding tussen de twee sluizen. De naam is logisch: het is het hoogste punt van Maassluis. Ook in Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam is er een Hoogstraat. Die liggen allemaal op dezelfde dijk en allemaal in het oudste deel van de plaats. Honderd jaar geleden was de Hoogstraat in Maassluis een drukke winkelstraat waar ook de belangrijkste bestuursgebouwen lagen: het Raadhuis en het Delflandhuis.
Bij de openingsfoto van dit artikel: de Hoogstraat omstreeks 1958, met van rechts naar links het Coppelstockhuis, groenten- en fruitwinkel Van Vuuren, kapsalon B.W. Dijkhuizen, het Delflandhuis, een schoenwinkel, winkel in haarden/kachels van Smit, woonhuis, (voormalige) stadhuis. Links de Kleine Kerk.

Kleine steegjes

Het schoolslop, gezien vanaf de Veerstraat. Rechts de school van de Kleine Kerk. HVM

Op de Markt werden goederen verhandeld die over de Noordvliet en de Zuidvliet waren aangevoerd. Via de Wagenbrug en de Wagenstraat kon je dan met je zwaarbeladen wagen over de Weddebrug op de dijk komen. Een klein steegje vanaf de Markt, de Koek en Boeksteeg, leidde naar de Wip. Tegenwoordig loopt dit dood. Het schoolslop was een steegje dat vanaf de Veerstraat zuidzijde, langs de school van de Kleine Kerk, aansloot op de Koek en Boeksteeg. Ook dat loopt nu dood. Vanaf de Veerstraat noorzijde loopt een zeer smal straatje naar de huizen daarachter. Het heet Kruisstraat, want wie vroeger door het straatje richting Veerstraat keek, zag precies het torentje van de Kleine Kerk.

Kruisstraat met zicht op de toren van de Kleine Kerk. HVM

Lopen we vanaf het centrum langs de Noordvliet, dan passeren we het zijstraatje dat Begijnhof heet. Er stonden vroeger wel armenhuisjes, maar over begijnen in Maassluis is niets bekend. Verderop, voorbij de Lijndraaiersbrug (er vlakbij lag vroeger een touwbaan waar men lijnen draaide) vinden we zijstraatjes zoals de Wijde Koestraat, vroeger leidend naar een boerderij waar men koeien hield. Er was ook een Nauwe Koestraat, een steegje in het verlengde van de oude smalle Lijndraaiersbrug, maar daar rijden nu auto's.

Vis en nog eens vis

De visserij is, vanaf het ontstaan in de 14e eeuw tot zo'n 100 jaar geleden, de belangrijkste bron van inkomsten geweest voor Maassluis. De haven lag altijd tjokvol met schepen. Langs de haven herinneren straatnamen aan de visserij, zoals de Haringkade, de Taanstraat en de Zure Vischsteeg. Aan de Taanstraat stond het Taanhuis en lag de Taanweide. Met taan, een stinkend goedje, werden visnetten geïmpregneerd zodat ze tegen de inwerking van zeewater beschermd waren. Op de hoek van de Zure Vischsteeg en de Haven stond het haringpakhuis van Klinge en Poortman. Op de begane grond was de ruimte waar de 'natte kuipers' de 'kantjes ophoogden'. De door de vissers aangevoerde tonnen met gezouten haring vulden zij aan. Om het 'vuil' (pekel en haringresten) kwijt te raken, waren er in de begane grond zogenoemde haringputten gemaakt. Deze putten hadden een ondergrondse afvoer naar de haven. Het stonk dan ook enorm aan de havenkade, een lucht die meestal terug woei de steeg in. Ook als de natte kuipers niet bezig waren, stonk het.

Visserij op Het Balkon

In de moderne wijk Het Balkon verwijzen de straatnamen ook naar de het visserijverleden van Maassluis. Met de Doggevaart (visserij op de Doggersbank in de Noordzee) en Hoekwantvisserij (een manier van aasvissen) verdienden de Maassluizers eeuwenlang hun geld. Het Hooge Licht en het Lage Licht stonden eeuwenlang, eerst als vuurbaak en later als lichtopstand, aan de oevers van de rivier om de vissers veilig naar de Maassluise haven te leiden. Het vuurtorentje Hooge Licht heeft zelfs nog een tijdlang naast station Maassluis-West gestaan.

Jacob van Heemskercklaan in woonwijk Het Balkon, gezien vanaf de Lichtboei in de richting van Hoek van Holland (2009). HVM

Dat Jacob van Heemskerck is vernoemd in een straatnaam, mag vreemd lijken. Hij was walvisvaarder en met walvisvaart heeft Maassluis zich nooit beziggehouden. Maar toen Van Heemskerck in 1597 terugkwam van zijn dramatische overwintering op Nova Zembla, is hij door een passerend schip afgezet in de uiterwaarden van de Oranjepolder bij Maassluis. Nog altijd in dezelfde kleren van de overwintering reisde hij spoorslags door naar Den Haag om verslag te doen aan de reders.

Weldoeners

Er zijn een paar straten vernoemd naar Maassluise weldoeners. Omstreeks 1920 werd de Jokweg doorgetrokken onderlangs de Zuiddijk en heette daar Van der Horststraat. Apotheker Cornelis van der Horst was ongehuwd toen hij overleed in 1805. Per testament had hij bepaald dat een deel van zijn nalatenschap moest dienen 'tot een altoos durend fonds' voor ondersteuning van armen, weduwen en wezen. Omdat het een eeuwigdurend fonds is, schijnt het nog steeds te bestaan.

Van der Horststraat in 1979, gezien vanaf de Jokweg. HVM

Pieter Jansz. van Embden leefde van 1613 tot 1669 en was een welgesteld 'coopman'. In zijn testament bepaalde hij dat er op zijn kosten zilveren schotels gemaakt moesten worden om te gebruiken tijdens het Heilig Avondmaal in de Groote Kerk. Voorts wilde hij ook dat er een 'altoos durend fonds' werd gevormd ten bate van het weeshuis.

Ter gelegenheid van zijn 90e verjaardag schonk de rijke en ongehuwde reder Govert van Wijn in 1732 het Garrels-orgel aan de Groote Kerk, compleet met een eeuwigdurend fonds om de organist te betalen. Ook dit fonds bestaat nog steeds, maar kent inmiddels een bredere doelstelling. Van Wijn liet ook brede trappen aanleggen op de Monstersche Sluis, liet bomen planten langs de Noordvliet en hij was weldoener voor het Weeshuis aan de Noordvliet. Op zijn verjaardag hadden de wezen 'vetdag' met - voor één keer in het jaar - lekker eten in overvloed.

Burgemeester vergeten

In het begin van de jaren zestig bouwde Maassluis in rap tempo nieuwe wijken met goedkope woningen. In de Burgemeesterswijk waren burgemeesters van Maassluis vernoemd. Maar de allereerste burgemeester van Maassluis, dat was Ary Roest in 1824, was overgeslagen bij de naamgeving. En dat terwijl hij zoveel heeft gedaan voor de welvaart van de stad.
Bij de herstructurering van de wijk is het gemis goedgemaakt met het Burg. Roesthof. Twee andere burgemeesters uit de 19e eeuw vinden we ook niet in de Burgemeesterswijk; zij hadden al voor 1900 een straatnaam gekregen op het Hoofd: Burg. Van der Lelykade en Burg. De Jonghkade.

Auteur: Ineke Vink, Historische Vereniging Maassluis.

Via de website www.histvermaassluis.nl kun je naar de HVM-Collectiebank. Onder 'collecties' staan alle boekjes van de Historische vereniging Maassluis. En onder 'archief' is de fotocollectie met bijna 15.000 historische foto's van Maassluis te vinden.