Archief

Een reisje met de Westlandse stoomtram van Den Haag naar 's-Gravenzande

In de Westlandsche Courant van juni 1888 staat een verslag van een Rotterdammer die met zijn twee zoons een familiebezoek bracht aan 's-Gravenzande. Dat was in die tijd een hele reis, omdat de wegen slecht begaanbaar waren en het vervoer niet op elkaar aansloot. Het beste kon men nog de trekschuit uit Rotterdam nemen, maar die voer niet elke dag. Ook kon men met de stoomboot naar Hoek van Holland, maar dan moest je vandaar nog naar 's-Gravenzande zien te komen.

De treinverbinding vanuit Rotterdam liep toen nog tot Maassluis en werd pas in 1893 doorgetrokken naar de Hoek. Besloten werd daarom om vanuit Den Haag met de Westlandse stoomtram te reizen, die vertrok vanaf de Lijnbaan, waar nu het ziekenhuis H.M.C. locatie Westeinde ligt.

's-Gravenzande was sinds 14 augustus 1883 aangesloten op het toenmalige tramwegnet van de W.S.M., de Westlandsche Stoomtramweg-Maatschappij. De tram reed met een slakkengangetje en tufte in Monster dwars door het dorp. Behalve op de stations werd er onderweg op verzoek overal gestopt. In november 1886 werd in 's-Gravenzande het station aan de Noordwind in gebruik genomen. Daarin waren wachtkamers eerste- en tweede klasse, een goederenkantoor en een woning voor de beambte. In de wachtkamer was bediening; de reizigers konden er iets gebruiken. Dit station was het eindpunt van de lijn. Later, in 1904, werd het station aan de Monsterseweg in gebruik genomen. In 1905 werd de lijn doorgetrokken naar Hoek van Holland. Kennelijk was het openbare tramvervoer in 1888 voor verbetering vatbaar, want het reisverslag naar 's-Gravenzande werd met een ironische ondertoon en onder pseudoniem geschreven. Omdat het toch een aardige indruk geeft van het reizen in die tijd, laten wij hieronder een bewerkte versie van het reisje volgen.

Verslag uit Westlandsche Courant:

Enige dagen voor Pinksteren van het jaar 1888 begaf ik mij met mijn beide jongens van 8 en 6 jaar op reis naar 's-Gravenzande om een familielid te bezoeken. Vroeger was dat een moeilijke en kostbare reis. Men had mij verteld dat dit nu geen probleem meer was, omdat er sinds enkele jaren een stoomtram tussen de Westlandse dorpen en de residentie reed. Dit vervoermiddel wilden wij wel eens proberen omdat de tram naar het scheen uitnemend werd geëxploiteerd. Wij gingen 's morgens vroeg op reis, vertrokken met de trein van 08.30 uur uit Rotterdam en kwamen om 08.55 uur in 's-Gravenhage aan op het station Hollandsch Spoor. We wandelden met prachtig zomerweer naar de Loosduinse Brug, waar de tram afreed. Daar aangekomen vernamen wij met verbazing dat de tram van 09.10 uur net vertrokken was. Van de nood werd een deugd gemaakt en in koffiehuis De Vink, dat als tramkantoor diende (wereldberoemd door zijn heerlijke (!) koffie en beleefde en nette bediening), bestelden wij een glas bier en twee glazen melk. Daar hoorden wij tot onze verbazing dat de eerstvolgende tram naar 's-Gravenzande pas om 12.15 uur vertrok. Na onze consumptie te hebben gebruikt, hadden we dus nog ruim de tijd om Den Haag eens te bezichtigen. Na een wandeling door de hete straten van de residentie vervolgden we onze reis met de tram van 12.15 uur.

Achterzijde van de dienstregeling 1901 met kaartje van de tramlijn van Den Haag, Lijnbaan naar 's-Gravenzande. Volgens deze dienstregeling reden er toen  6 trams per dag die er één uur en 12 minuten over deden. De toekomstige lijn naar Hoek van Holland is gestippeld

None

De tram bestond uit één wagen, met een klein gedeelte eerste klasse en een grotere ruimte tweede klasse. De tweede klasse was echter zo vol dat men mij vroeg om in de eerste klasse plaats te nemen; dat vonden de jongens een buitenkansje. Na enige tijd vroeg de conducteur om de kaartjes. Ik gaf hem de hele bundel. “Drie personen,” zei de man en nam er 18 kaartjes uit, scheurde ze doormidden en deed de helft van de kaartjes in zijn tas. Hierover verbaasden mijn zonen zich, want bij het Hollandsch Spoor, de trein van Rotterdam naar Den Haag, reisden zij samen voor één man (voor half geld). Hierop deelde de conducteur mee dat alleen kinderen beneden 3 jaar, mits op de knie van de geleider gezeten, niet hoefden te betalen; verder betaalde iedereen vol tarief. De man naast ons had maar één kaartje. Op mijn vraag om opheldering antwoordde hij dat hij marter was en daarom maar 30 cent betaalde. Mijn zoons keken hem verwonderd aan, waarna hij uitlegde dat hij koopman was (marter betekent vrij vertaald uit het Westlands markter, iemand die groenten en fruit naar de markt brengt). Pa fluisterde een van de zonen: "Zeg dat u ook marter bent en ik uw toekomstige opvolger; dat scheelt zeker 25 cent!"
Niet lang daarna kwam er een controleur langs. Ik reikte hem de 18 kaartjes aan, waar hij er 3 vanaf nam; de rest ontving ik terug. Dit herhaalde zich nog 5 keer tot we in 's-Gravenzande waren (in elke sectie van het baanvak moest men toen een kaartje inleveren!). "Loosduinen", klonk het opeens met de opmerking, "heren, er is plaats in de tweede klasse." We begaven ons naar het achterste deel van de wagen, waar nog 3 staanplaatsen waren en ook nog een paar zakken meel lagen. "Ja jongeheer", zei een medepassagier tegen mijn zoon, "die tram is wat waard; heb je meel, spruiten, aardappelen, sparrentjes, varkens, alles kun je ermee verzenden en voor een beetje hoor!" Opeens stoof een vrouw met een meisje aan de hand de tram uit, bonsde tegen mij aan en viel over de meelzakken. Zij verzuchtte: "Wel mijnheer, het kind moet overgeven, met permissie, het is daar binnen een rookhol en daarbij komt nog dat eeuwige gedraai (van de tram)." Poeldijk riep de conducteur voor Naaldwijk om over te stappen. Er kwam nu ruim plaats. We gingen naar binnen, waar we de conducteur aantroffen die bij dit mooie weer zat te puffen in zijn dikke winterjas. Hij vertelde ons dat hij pas na Pinksteren een dunne zomerjas kreeg. Toen de tram in 's-Gravenzande stopte, stapten we uit en gingen oom Jochem opzoeken. Na hartelijke begroetingen zei oom Jochem dat de tram een waar genot was omdat het zo gemakkelijk en voordelig was. Oom verzond voor 4 cent een zak spruiten, een varken voor 60 cent en een zak meel voor 3 cent. De jongens vonden dat de tram juist duur was; een mens moest 42,5 cent voor de reis betalen, dat was heel wat meer dan een zak meel van hetzelfde gewicht!

W.S.M.-station Noordwind (ingang achter de boom).

None

De volgende dag stapten wij op het station aan de Noordwind weer in de tram die om 13.35 uur vertrok. Op die manier konden wij in Den Haag om 15.00 uur de trein naar Rotterdam halen. De jongens wilden graag op het achterbalkon staan; dan hadden ze een prachtig uitzicht over de tuinderijen. Toen we naar buiten wilden, drongen een achttal soldaten voor; zij kwamen van het fort in Hoek van Holland en gingen met verlof. Zij gingen op het balkon zitten en begonnen luidkeels te zingen en maakten een herrie van jewelste. We gingen weer op onze plaatsen zitten, waarna de conducteur kwam. Ik gaf hem het pak kaartjes en kreeg er 15 terug. De tarieven bleken nogal raadselachtig. Een gewone reiziger betaalde 42,5 cent voor de reis en bij deze controle bleek dat de soldaten nog veel goedkoper reisden dan wij; zij betaalden maar 32 cent! Via Poeldijk en Loosduinen ging de reis terug. In Den Haag hielden we halt; op een bepaald punt moesten goederen gelost worden. Deze goederen werden daar overgeladen op de tram van Scheveningen die naar het Hollandsch Spoorwegstation liep. Door het lossen van alle spruiten, meel en sparrentjes kwamen we helaas te laat voor de trein van 15.00 uur naar Rotterdam. Zo kostte een familiebezoek van Rotterdam naar 's-Gravenzande twee volle dagen.

Auteur: Jan Dahmeijer, Vereniging Oud- s-Gravenzande