Kwartiertje koffie bij huishoudelijke hulp ligt best moeilijk

In het sinds medio 2022 van kracht zijn coalitieakkoord in Westland staat onder meer dat er bij de huishoudelijke hulp op grond van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo) tijd voor een extra kopje koffie moet worden ingevoerd. Maar dat is er tot dusver nog niet van gekomen.

"Wij krijgen vragen wanneer een en ander gestart wordt?", richtte coalitiepartij Westland Verstandig zich eind januari schriftelijk tot het college van B en W.

Wethouder Carlieke van Staalduinen heeft daarop woensdag als volgt geantwoord: "We hebben onderzocht op welke wijze we deze ambitie uit het collegewerkprogramma kunnen realiseren. We lopen daarbij tegen enkele knelpunten aan. Aanbieders hebben wachtlijsten en cliënten moeten gemiddeld 8 weken tot 12 weken wachten totdat zij huishoudelijke hulp kunnen ontvangen. Dit is een landelijk probleem door de toenemende vergrijzing en het personeelstekort. Zorgaanbieders kunnen deze extra dienst daarom niet leveren. Met het invoeren van een extra kwartiertje loopt de wachttijd verder op."

Behoefte eraan is beperkt

Van Staalduinen vervolgt: "Verder hebben wij onderzoek gedaan naar de noodzaak van het kopje koffie. Wij hebben cliënten gevraagd naar de behoefte aan een persoonlijk gesprek. 57 procent geeft aan dat zij hier geen behoefte aan hebben, 41 procent van de mensen geeft aan dat dit al gebeurt en 2 procent geeft aan dat zij hier wel behoefte aan zouden hebben. Wij zien echter ook de meerwaarde van eenzaamheidsbestrijding in en zoeken daarom met zorgaanbieders naar mogelijke oplossingen. Wellicht is een alternatieve invulling toch mogelijk. In mei sturen wij u een raadsinformatiebrief over de invulling van het extra kopje koffie."