Knotwilgen Perdiksepad sterven bij verplaatsing

De knotwilgen langs het Perdiksepad in De Lier hebben een te kleine kluit om verplaatsing te overleven.

Dat blijkt uit het boomverplaatsbaarheidsonderzoek in opdracht van de gemeente. Die liet het onderzoek uitvoeren na de aanvraag van een kapvergunning voor de negentien bomen door Rijk Zwaan. Die wil uitbreiden en daarom moeten de bomen wijken.

Bij een aantal bomen is voor het onderzoek een proefsleuf gegraven of boring gedaan. Uit de proefsleuven en boringen blijkt dat de bomen een kleine wortelkluit hebben. De omvang en diepte van de kluit is volgens de onderzoekers zeer beperkt door het talud, de hoogte van het slootpeil en de hoge grondwaterstand. Hoewel knotwilgen een minder groot wortelgestel hebben dan volgroeide bomen, is voor een succesvolle verplanting een volledige kluit met een diameter van minimaal 1,80 meter noodzakelijk en die kan tegen het talud niet worden gehaald.

Bovendien is door de hoge grondwaterstand de onderkant van de kluit waterverzadigd en papperig. De verwachting is daarom dat meerdere bomen het na de verplanting niet zullen overleven. Daarnaast maakt het nabijgelegen riool en de lastige bereikbaarheid van de bomen voor de verplantingsmachines de operatie haast onmogelijk.

Conditie

De huidige conditie van de bomen was over het algemeen redelijk, voor elke knotwilg is een analyse gemaakt. Twee bomen zijn er slecht aan toe en bijna dood, twee hebben een matige conditie en de rest is redelijk tot goed. De kosten voor verplanting zijn niet uitgerekend, omdat het advies is ze niet te verplaatsen.

Wethouder Leen Snijders zei tijdens de raadsvergadering van 26 oktober al dat het er somber uitzag. Nu is het wachten nog op een onderzoek naar flora en fauna bij de bomen. In de wilgen zouden ook vleermuizen zitten. De resultaten van de onderzoeken worden de komende tijd bekeken en daarna zal het college een besluit nemen over de kapvergunningsaanvraag.