Raadslid Dylan Otto wil kassen van glas waar je doorheen kunt kijken

Een kas is van glas en je kunt er doorheen kijken. Dat is de stelling van GBW-raadslid Dylan Otto. Hij heeft daarover dinsdag vragen ingediend bij B en W van Westland. In de eerste plaats wil hij weten, of het college zijn mening deelt.

Otto maakt zich namens GBW zorgen over de visuele industrialisering van het Westland. "Nu de glastuinbouw beter draait, zien we dat er weer geïnvesteerd wordt. Daar zijn we blij mee, maar we maken ons ook zorgen over de nieuwe maatvoeringen die in de glastuinbouw gelden en de trend om gevels steeds meer 'dicht' te maken", verklaart hij. "Kassen worden hoger, bedrijfsruimten worden groter, energie- en watervoorzieningen groeien en nemen meer plek in. Daarbij zijn kassen niet langer alleen gemaakt van glas, maar ook van niet licht-doorlatende materialen, zoals sandwichpanelen", voegt hij eraan toe.

Beleving en uitstraling

"Volgens de Nederlandse encyclopedie is een kas een glazen gebouw voor het kweken van planten en groenten. Maar zoals de koeien verdwijnen uit de wei, verdwijnt ook het doorzicht in de Westlandse kassen (de meeste glazen kassen zijn dicht gemaakt met schermdoek of anderszins)", betoogt Otto. "Jammer, want juist een glazen kas met een vrij zicht op al het moois dat daar groeit, draagt bij aan de beleving en uitstraling van het Westland. Dichte gevels geven de uitstraling van een bedrijventerrein en hebben zo goed als niets meer van doen met 'landbouw' in de klassieke zin van het woord."

Otto zegt te begrijpen, dat tijden veranderen en dat ondernemers efficiënt willen werken, maar de ruimtelijke kwaliteit is volgens hem ook een groot belang. Hij vindt dat we moeten leren van de fouten uit het verleden en merkt op, dat bij bedrijventerreinen ook eisen gelden ten aanzien van landschappelijke inpassing en groenvoorzieningen. Mede daarom wil Otto van het college onder meer weten, of kassen met dichte gevels in overeenstemming zijn met het bestemmingsplan Glastuinbouwgebied.