Alle slachtoffers bandenprikker krijgen schade mogelijk vergoed
Alle 257 slachtoffers van de Westlandse bandenprikker krijgen de kans hun schade vergoed te krijgen. De politie heeft ze allemaal benaderd of ze zich in het strafproces willen voegen. Het is redelijk uniek dat het Openbaar Ministerie het op deze manier aanpakt, zegt de Westlandse letselschadeadvocaat Edwin Bosch tegen mediapartner Omroep West.
"In dit soort grote zaken zie je normaal dat het OM er een paar zaken uitpikt. Meer is niet nodig om iemand veroordeeld te krijgen." Inmiddels hebben 130 slachtoffers aangegeven dat ze zich in de zaak willen voegen. Dinsdag staat verdachte Quentin S. (20) voor de rechter. Hij zou in de periode van september 2015 tot mei 2016 in het Westland 292 banden van in totaal 257 auto's hebben lek gestoken. Hij sloeg toe in Naaldwijk, 's-Gravenzande, Wateringen en Monster.
Als de rechter vindt dat is bewezen dat Quentin S. de banden heeft lekgeprikt, krijgen de slachtoffers de schade vergoed. Bosch vindt het een invoelbare beslissing van het OM, maar ziet ook een uitdaging. "Tenzij hij alle 257 gevallen heeft bekend, wordt het veel werk voor de officier van justitie. Want ze zal nu ook alle zaken die worden gevoegd moeten kunnen bewijzen. Dus dan moet je kunnen aantonen dat de bandenprikker ook die specifieke band heeft lekgestoken."
Als het OM de mogelijkheid aan het proces deel te nemen niet had geboden, hadden de mensen zelf via het civiele recht een proces kunnen starten. Maar Bosch heeft iedereen die zich bij hem meldde dat afgeraden, omdat je dan zelf achter je geld moet aangaan. "Dat kost meer dan het oplevert. Alleen al aan het proces ben je snel meer dan honderd euro kwijt en wat is het bedrag dat je uiteindelijk krijgt voor zo'n band?"
Zodra in het strafrecht een vonnis is uitgesproken, heeft een verdachte acht maanden de tijd om eventueel toegewezen schadevergoedingen te betalen. Doet of kan hij dat niet, dan keert de staat het geld uit aan het slachtoffer. Voor het slachtoffer is de zaak dan in ieder geval afgerond. De dader kan nog twintig jaar rekenen op aandacht van het CJIB, dat het uitgekeerde bedrag alsnog bij hem zal innen.