'Roemenenmotie' als steun in de rug voor Weverling

Een ruime meerderheid van de Westlandse gemeenteraad wil voorkomen, dat het Westland extra nadelige gevolgen ondervindt na de openstelling van de grenzen, per 1 januari a.s., voor Roemeense en Bulgaarse werkzoekenden. Dat is dinsdagavond besloten.

Kernpunt van de door LPF Westland ontwikkeld motie was, dat de gemeente Westland geen soepeler normen hanteert dan de gemeenten Rotterdam en Den Haag bij het verstrekken van een Burger Service Nummer, voorzover dat binnen de macht van de gemeenten ligt. De motie was een reactie op de aankondiging door Rotterdam en Den Haag van een terughoudend beleid op dat punt. LPF-fractievoorzitter Van der Meer sprak van het risico van een zogeheten waterbed-effect.

Tijdens het debat in de gemeenteraad werd vooral duidelijk, dat er heel veel onduidelijkheid bestaat over de verstrekking van bepaalde faciliteiten aan de nieuwe werkzoekenden uit Midden-Europa. Wethouder Weverling heeft vorige week al verklaard, dat de rijksoverheid op dit punt nog geen centrale aanpak kent. Weverling meldde nu, dat hij op 16 januari aan tafel zit met de ministers Plasterk en Asscher en met zijn collega's van de gemeenten Rotterdam en Den Haag om over deze problematiek te praten.

De gemeenteraad wilde de wethouder met de motie een steun in de rug geven, mede met betrekking tot dat gesprek. De fracties van Progressief Westland en D66 konden zich niet vinden in de motie en stemden tegen.