Nieuwe raad mag beslissen over starterslening
De nieuwe gemeenteraad van Midden-Delfland mag beslissen of zij voor huizenkopers een regeling wil.
Dat schrijft het huidige college van B en W in antwoord op schriftelijke vragen van het CDA.
Een starterslening is een aanvulling op een hypotheek en kan jongeren helpen bij het kopen van hun eerste huis. In omliggende gemeenten als Delft, Maassluis en Westland is er al een dergelijke regeling, maar in Midden-Delfland nog niet. In 2013 is de starterslening wel toegepast bij het project Balkengat in Den Hoorn. Daarbij werd een deel betaald door de rijksoverheid en een deel door de projectontwikkelaar. De gemeente was alleen verantwoordelijk voor procedurekosten.
Tegenwoordig betaalt de overheid niet meer mee en zijn de kosten voor de gemeente hoger. Dat is voor het college een belangrijke reden om de lening niet meer aan te bieden. Maar er zijn volgens het gemeentebestuur meer nadelen:
- Ondanks dat starters de eerste drie jaar geen extra maandlasten hebben, gaan ze na drie jaar fors meer betalen. Die financiële ruimte moet er wel zijn.
- De rente die de starter over de eerste drie jaar uiteindelijk betaalt, is niet fiscaal aftrekbaar (omdat die rente is omgezet in een lening).
- Een startersening gaat om een subsidie waar de gemeente ieder jaar een bepaald bedrag voor beschikbaar stelt. Is de pot leeg, dan heeft de starter pech.
- De aankoop van de woning moet voldoen aan de voorwaarden voor NHG, dus de hypotheek mag niet hoger zijn dan 355.000 euro (zonder energiebesparende middelen).
- Er geldt een maximum aan het te lenen geldbedrag. Een studielening telt mee bij de berekening van de maximale hypotheek.
- De starter mag geen andere leningen {zoals een familiehypotheek) sluiten voor de aankoop van de woning.
Alles afwegend kiest het college daarom voor andere instrumenten, zoals erfpacht.
Op de vraag van het CDA, of het college bereid is de starterslening in te voeren, volgt dan ook een negatief antwoord. "Vanwege de financiële consequenties die dit instrument met zich meebrengt, en met het oog op de verkiezingen, vindt het college het gepast om dit besluit over te laten aan het volgende college en de nieuwe raad."
