Regionale overheden vóór Blankenburgtunnel

De regionale overheden die zijn betrokken bij de aanleg van de Nieuwe Westelijke Oververbinding hebben donderdag hun advies uitgebracht aan minister Schultz van Haegen. Met uitzondering van de gemeenten Vlaardingen, Maassluis, Midden-Delfland, Schiedam en Delft raadt het Regionaal Bestuurlijk Overleg aan te kiezen voor het Blankenburgtracé, variant Krabbeplas West.

Het advies behandelt de voornaamste voor- en nadelen van beide tunnels. Zo verlicht de Blankenburgtunnel het capaciteitsprobleem van de Beneluxtunnel. Met het oog op een eventuele verlengde A4 is dat een voordeel. Ook zijn de aanlegkosten van de Oranjetunnel aanzienlijk hoger. De natuur- en geluidseffecten zijn echter bij aanleg van de Blankenburgtunnel groter.

Alles tegen elkaar afwegende, adviseren de regionale overheden dus de Blankenburg-variant, zij het onder een vijftal voorwaarden. Eén hiervan is dat de aanleg recht moet doen aan de bestaande waarden van de Aalkeetpolder.

Het Regionaal Bestuurlijk Overleg bestaat onder meer uit bestuurders van Stadregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden, provincie Zuid-Holland, Hoogheemraadschap van Delfland.