Archief

Streekhistorie: De blokkade van Het Scheur

Maassluis staat dit jaar uitgebreid stil bij het feit dat het 75 jaar geleden is dat Nederland werd bevrijd van de Duitse overheersing. Dat wordt op allerlei manieren herdacht, waarbij ook gebeurtenissen in Maassluis uit de Tweede Wereldoorlog aan de orde komen. In dit verhaal gaat het over wat de Duitse bezetters deden om Het Scheur voor vijandelijke schepen te blokkeren. Dat is ook in Maassluis niet onopgemerkt gebleven.

De angst van de Duitse bezetters werd in 1944 steeds groter. Ze waren zich ervan bewust dat een landing op de kusten van Frankrijk, België of Nederland te verwachten was. Alles werd door de Duitsers gedaan om een dergelijke landing te verijdelen. Een van die acties was het blokkeren van de vaarweg naar Rotterdam door het laten zinken van vier schepen ter hoogte van Maassluis.

De Zuiderdam, tijdens of kort na het afzinken.

De vier schepen die hiervoor werden gebruikt, waren de 'Zuiderdam', de 'Dinteldijk', de 'Prins Willem V' en de 'Baud'. De versperring was niet echt succesvol; de schepen lagen te veel naar de walkanten.

Vaarweg blokkeren

Op 22 september 1944 werd geprobeerd het ss 'Zuiderdam' van de Holland Amerika Lijn tot zinken te brengen aan de zuidwal van Rozenburg, ter hoogte van het dieselgemaal van Delfland 'Mr. dr. C.P. Zaaijer' bij de uitwatering van de Boonervliet. Dit was een nieuw schip van 11.000 ton, maar het was op de werf door een luchtaanval al flink beschadigd geraakt. Het schip zonk niet geheel weg, het bovengedeelte bleef boven water. Wel kreeg het een slagzij van 25 graden. Op 23 september 1944 werd aan de noordwal nabij het hetzelfde dieselgemaal het ss 'Dinteldijk' tot zinken gebracht. Dit schip zonk met het achterschip geheel weg.

Hier liggen aan de noordoever twee schepen van de Holland Amerika Lijn, de Zuiderdam (links, gezonken op 22 september) en de Dinteldijk (rechts, gezonken op 23 september). Tussen beide schepen is de kerktoren van Maassluis te zien.

Op 11 oktober 1944 zorgde een springlading van 18.000 kg dynamiet ervoor dat de 'Baud' van de Koninklijk Pakketvaart Mij. te Amsterdam aan de zuidwal helemaal onder water verdween. Op 5 oktober 1944 was op dezelfde hoogte de 'Prins Willem V' van de Rotterdamse Oranjelijn tot zinken gebracht. Van dit schip staken alleen nog de masten boven water.

Snel opruimen

Na de bevrijding was het van groot belang de verbinding tussen Rotterdam en de Noordzee zo snel mogelijk weer bevaarbaar te maken. Daarom begonnen al op 14 mei 1945 Engelse bergers met het weghalen van het wrak van de 'Baud'. Om de nog bestaande vaargeul te verbreden werd vervolgens het achterschip van de 'Dinteldijk' opgeblazen. De resten werden op de wal van Rozenburg gezet en vervolgens met dynamiet opgeruimd. Een zandzuiger zorgde ervoor dat de overige wrakstukken van dit schip in de rivierbodem werden verzonken.

Hier liggen aan de noordoever de Zuiderdam (link) en de Dinteldijk (rechts).

Direct na de bevrijding werd ook begonnen met het afdichten van de gaten in de 'Zuiderdam', waarna Van den Tak's Bergingsbedrijf begon met pompen om het schip lichter te maken en drijvend te krijgen. Negen staaldraden van 48 mm dik werden vanaf het schip op de wal vastgezet. Lieren moesten de kabels strak houden. Aan de stuurboordzijde werden tanks aangebracht om het schip in balans te houden. Uiteindelijk lukte het op vrijdag 15 november 1946 met assistentie van de sleepboten 'Minerva', 'Engineering', 'Drydock III' op het voorschip, en de sleepboten 'Drydock I', 'Drydock II' en 'Pernis' op het achterschip vastgemaakt, om het schip drijvende te krijgen.

Zuiderdam.

Laatste reis

Tijdens de sleepreis naar Rotterdam pompten de bergingsvaartuigen 'Ram', 'Meermin' en 'Dolfijn' aanhoudend op de ruimen. De berging was een groot succes voor Van den Tak's Bergingsbedrijf, dat opereerde vanuit de Maassluise buitenhaven. De 'Zuiderdam' bleek echter door de ontploffingen zodanig vernield, dat reparatie helaas niet mogelijk was. Het schip is toen verkocht aan de slopersfirma Heijgen te Antwerpen. Op dinsdag 8 juni 1948 voer de 'Zuiderdam', gesleept door de sleepboot 'Zwarte Zee' met kapitein A. Slijp en geassisteerd door de sleepboot 'Schelde' met kapitein B.C. Weltevreden, de haven uit voor haar laatste reis naar Antwerpen. Beide slepers waren van L. Smit & Co's Internationale Sleepdienst, ook gevestigd aan de buitenhaven van Maassluis.



Op 15 november 1946 lukte het Van den Tak's Bergingsmaatschappij om de Zuiderdam boven water te krijgen en naar Rotterdam te slepen.

Restauratie

De 'Prins Willem V' werd volgens een geheel nieuwe methode gelicht, namelijk met een hydraulische vijzelinstallatie. Uitvoerder was het 'Bouw- en Montagebedrijf' te Rotterdam, met behulp van de zware drijvende bokken 'Adelaar', 'Ajax' en 'Atlas'. Op donderdagmorgen 11 december 1947 had men het schip drijvende en kon het naar Rotterdam worden gesleept. Gedurende de sleepreis verleenden de bergingsvaartuigen 'Bruinvisch' en 'Meermin' van Van den Tak assistentie door met pompen het vaartuig zoveel mogelijk in positie te houden. Na algehele restauratie kon het schip als eerste aanwinst voor de Nederlandse koopvaardijvloot in 1949 in de vaart worden gebracht. Het schip was 10 jaar oud.

Auteur: Ineke Vink van de Historische Vereniging Maassluis

Categorieen:
Maassluis