Onderwijsminister Slob wil dat Westlandse raad besluit intrekt
Minister Arie Slob (onderwijs) doet een beroep op de Westlandse gemeenteraad om een eigen besluit van afgelopen 1 juni weer in te trekken.
Het gaat hierbij om het besluit dat - praktisch gezegd - de komst van islamitische basisschool Yunus Emre moet tegenhouden. Dat besluit is genomen door de drie lokale partijen (Westland Verstandig, LPF en GBW), de fracties van CDA, ChristenUnie-SGP, D66, GroenLinks, PvdA en VVD waren er tegen.
Als de juristen van het ministerie er na de zomervakantie niet in slagen om de raadsmeerderheid van genoemde drie lokale partijen op andere gedachten te brengen, zal Slob hun besluit ter vernietiging voordragen bij de Kroon (dat is de koning plus de verantwoordelijke minister).
Slob heeft vorig jaar zomer een zogeheten indeplaatsstellingsbesluit genomen, omdat de meerderheid van de Westlandse raad Yunus Emre niet wilde opnemen in het Plan van Scholen 2021-2024. Volgens Slob is hij zelf de enige die zo’n besluit weer zou kunnen intrekken.
Over het feit dat de Westlandse raad dit onlangs heeft gedaan, stelt Slob in zijn brief aan de gemeenteraad: “Ik acht uw besluit van 1 juni jl. zowel in strijd met het recht als met het algemeen belang.”
Het juridische steekspel dat nu al jaren speelt, heeft te maken met de omstandigheid dat de toenmalige regelgeving omtrent basisscholen een rol toebedeelt aan de gemeenteraad. Hier botst de grondwettelijke vrijheid van onderwijs met de eed of gelofte van raadsleden om zonder last of ruggespraak te oordelen. Zij mogen daardoor ook nee zeggen tegen een voorstel. Dat hebben ze in deze zaak gedaan.