Bouwer Dijckerwaal moet privacy villabewoners waarborgen
De ontwikkelaar van de woonwijk Dijckerwaal - op de grens van Naaldwijk en 's-Gravenzande - zal er nog van alles aan moeten doen om de privacy van de villabewoners aan de overkant van het water te garanderen. Dit blijkt uit de woensdag gedane uitspraak van de Haagse voorzieningenrechter.
Ontwikkelaar ONW zit in het nauw tussen twee partijen, want waar de villabewoners een aarden wal met voldoende beplanting willen, wensen de bewoners van de nieuwbouwwijk vrij uitzicht op het water tussen hun wijk en de sjieke villa aan de overkant.
ONW heeft begin vorig jaar bepaalde toezeggingen gedaan aan de villabewoners, om daarmee te bereiken dat zij een zaak bij de Raad van State zouden intrekken. Het gevolg was, dat er aan de kant van Dijckerwaal een twee meter hoge aarden wal langs het water werd aangelegd. Bewoners van de nieuwbouwwijk liepen hierover te hoop bij ONW; zij hadden zich een ander uitzicht voorgesteld, op grond van de verkoopfolders.
Verlaagd en verkort
Om de wijkbewoners tegemoet te komen, is de aarden wal in het najaar verkort en met een halve meter verlaagd, waarna de villabewoners een kort geding aanspanden. De voorzieningenrechter heeft zich op 18 januari jl. ter plaatse door beide partijen laten informeren over het hoe en wat.
Volgens de rechter heeft ONW ter plaatse toegezegd, dat de wal - in overeenstemming met de afspraken - een hoogte zal hebben van twee meter (ook na eventuele inklinking). Verder zal er toereikende beplanting bovenop de wal worden aangebracht. Dat zal zodanig gebeuren, dat deze - bezien vanuit de achterkamer van de villawoning - zal reiken tot aan de dakgoten van de zichtbare woningen in de nieuwbouwwijk.
Conclusie van de rechter: de in januari 2016 beloofde privacy-garantie ten opzichte van de villabewoners moet door ONW worden waargemaakt. In zijn vonnis heeft hij beide partijen geadviseerd om - ter voorkoming van jarenlange procedures - (nogmaals) te trachten het geschil in onderling overleg te regelen. Op grond van het verloop van de zitting op locatie is de rechter van mening "dat partijen daartoe in staat moeten zijn".