Rotterdam wil internationaal verbod ontgassen

Het Rotterdamse college van B en W en de milieudienst DCMR gaan er bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu op aandringen om de regelgeving omtrent het ontgassen van schepen, internationaal aan te scherpen.

Bij het ontgassen lozen schepen die chemicaliën of olie vervoeren een schadelijk stof in de lucht. Deze stof blijft over nadat het schip zijn lading in een terminal heeft overgepompt. Volgens deskundigen die Mark Lensselink, fractievoorzitter van VVD Hoek van Holland heeft gesproken, veroorzaakt dit herhaaldelijk pieken bij meetstations langs de Waterweg die gevaarlijke stoffen registreren.

Op dit moment is er een verdrag tussen Duitsland, Nederland, België, Frankrijk, Zwitserland en Luxemburg, waarin het lozen van schadelijke afvalstoffen op het oppervlaktewater is verboden. Het ontgassen van schepen maakt echter geen onderdeel uit van dit verdrag. Dit betekent dat schippers in dunbevolkte gebieden en op open zee varend hun schip mogen ontgassen. Door de wind kan het gebeuren, dat de gevaarlijke stoffen alsnog naar dichtbevolkt gebied waaien.

Om niet te moeten wachten op de uitkomsten van het aanpassingstraject, gaat het college, samen met het Havenbedrijf, Rijkswaterstaat en de milieudienst DCMR, nog dit voorjaar het gesprek aan met sleutelfiguren over de dampretour- en verwerkingssystemen. Hiermee kunnen de resterende gassen uit schepen worden gewonnen.